De 7x7 Standpunten van Christendom.nl

1. De Schrift alléén heeft het hoogste gezag en heeft daarmee de hoogste autoriteit: Sola Scriptura.

  1. De Schrift (de Bijbel) is niet de enige autoriteit. 
  2. Buiten Bijbelse christelijke tradities kunnen leidend zijn in het christelijk geloof en praktijk, maar bevatten niet dezelfde gezag en autoriteitspositie als de Bijbel: Prima Scriptura.
2. De Schrift bevat voldoende van het nodige voor de prediking tot iemands redding.

3. De Schrift is onfeilbaar. Dat betekend dat er geen discussie over de correctheid van de inhoud kan bestaan.

  1. De Schrift is het enige dat “theonostos” is; God geademd. Dat wil zeggen dat er geen twijfel over bestaat dat het door God geïnspireerd en gepreserveerd is. 
  2. Het schrift is uniek in vergelijking met andere werken uit de traditie, omdat de schrijvers de directe ooggetuige zijn geweest van Jezus. Hun getuigenis valt zodoende altijd boven de getuigenis van de buiten bijbelse traditie, van mensen die later komen, die Jezus niet persoonlijk gezien of gehoord hebben.

4. De Traditie en de Kerk zijn feilbaar: Dat wil zeggen hier kunnen fouten in gemaakt worden. 

  1. Geloofsovertuigingen, tradities, concilies, persoonlijke openbaringen, externe bronnen of openbaringen worden niet beschouwd als onfeilbaar, deze kunnen nuttig zijn voor de christelijke leer en praktijk wanneer ze vanuit de Schrift verantwoord kunnen worden. 
  2. Wanneer geloofsovertuigingen, tradities, concilies, persoonlijke openbaringen, externe bronnen of openbaringen niet verantwoord kunnen worden vanuit de Schrift of dat ze niet nuttig zijn voor de christelijke leer en praktijk, dan hoeven die niet aangenomen te worden als een geïnspireerde en onfeilbare overlevering van God.
  3. De tradities en uitspraken van de kerk; de correctheid daarvan dient altijd geoordeeld te worden vanuit De Schrift.

5. De Schrift dient niet gelimiteerd te zijn tot één specifieke taal en vertaling, maar dient toegankelijk te zijn in alle talen.

6. De Schrift is niet bedoeld uitsluitend voor een selecte groep mensen, maar voor iedereen. 

7. De Schrift interpreteert, verantwoordt en beantwoordt zichzelf over de volgende essentiële zaken: Gods plan voor de mens, Gods natuur, de zonde, bekering en verlossing.

1. De mens is na de zondeval in zijn natuur verdorven en zondig. Er is zodoende geen herstel en redding voor de mens uit zijn eigen kracht alléén.

  1. Redding houdt in verlossing van de zonde en de dood.
  2. Eigen kracht betekent uit eigen inspanning alléén, buiten Jezus Christus om.

2. De Vader wil dat alle mensen tot inkeer komen en heeft via Zijn Zoon, Jezus Christus, voorzien op het kruis zodat alle mensen nu de mogelijkheid hebben om gered te worden.

  1. God, – nadat Hij voorzien heeft in de mogelijkheid dat alle mensen nu gered kunnen worden, – initieert met de uitnodiging tot redding aan allen.
  2. De mogelijkheid tot redding is de genade. De genade zelf is niet de redding. Ieder mens heeft de toegang gekregen tot die genade.
  3. Jezus Christus is die gegeven genade en de enige mogelijkheid tot redding.
  4. De genade is niet iets wat -selectief- door God alleen aan bepaalde mensen -gegeven- wordt. Maar is toegankelijk gemaakt voor alle mensen.
  5. Elk vorm van uitspraak die suggereert dat God niet wil dat mensen gered worden is een aanval op Gods natuur en op de 3e gebod van De Wet.
  6. Elk vorm van uitspraak die suggereert dat God twee willen heeft: -dat het lijkt alsof Hij sommigen wil redden, maar het eigenlijk niet wilt- is een aanval op Gods natuur en op de 3e gebod van De Wet.


3. De mens wordt geoordeeld op zijn daden: Of de mens de uitnodiging tot redding, via Jezus Christus – de enige weg, aangenomen  en vastgehouden heeft.

  1. De mens, ieder mens op de wereld, heeft de keuze en het vermogen om de uitnodiging tot redding aan te nemen of af te wijzen.
  2. Aannemen betekent: Bekeren en Vasthouden aan Hem, Jezus Christus.
  3. De mens die Jezus Christus aangenomen heeft en aan Hem vasthoudt -gelooft- in Hem.
  4. Geloven betekent: Kennis over hebben, Gehoorzamen en Vertrouwen.
  5. Geloven is een daad dat verricht wordt door de mens. Het is niet iets wat van boven gegeven wordt. Ieder mens heeft het vermogen om te geloven. De mens, ieder mens, wordt op grond hiervan op de dag des oordeels geoordeeld: Of die persoon gelooft heeft.
  6. Als de mens de uitnodiging tot redding niet aanneemt en niet gelooft in Hem of niet in Hem blijft, die mens zal het leven niet ontvangen omdat hij de enige mogelijkheid tot redding niet aangenomen heeft of verlaten heeft. God bewijst rechtvaardig en goed te zin omdat het niet Zijn wil is dat mensen verloren gaan. De mens – die het vermogen had om aan te nemen en te geloven – heeft het zelf niet gewild.
  7. Als de mens de uitnodiging tot redding wel aanneemt en wel gelooft in Hem en in Hem blijft, die mens zal het leven ontvangen  omdat hij de enige mogelijkheid tot redding wel aangenomen heeft en aan Hem vastgehouden heeft. God bewijst rechtvaardig en goed te zijn omdat het niet Zijn wil is dat mensen verloren gaan. De mens – die het vermogen had om aan te nemen en geloven – heeft zichzelf gered dankzij de gegeven mogelijkheid, Jezus Christus, – de genade – van God.
  8. Ieder mens die het aanneemt en tot het einde vasthoudt aan Jezus Christus wordt -de genade waardig- geacht en zal het eeuwig leven ontvangen.
  9. De mens die nooit van Jezus Christus gehoord heeft wordt op de dag des oordeels geoordeeld op de grond van de natuurlijke wet.


4. De Water Doop is de formele aanvaarding dat de mens -vanuit zijn kant- de door God gegeven uitnodiging tot redding aanneemt.

  1. De water doop is, mits onmogelijk gezien de omstandigheden, noodzakelijk: Het is door God ingesteld.
  2. De kinderdoop wordt niet beschouwd als de Bijbelse water doop. Bij de water doop gaat de, bekering en het aannemen van de uitnodiging, vooraf.
  3. De mensen die de kinderdoop gehad hebben dienen bij hun bewuste keuze van het aannemen van Jezus Christus als hun redder alsnog gedoopt te worden of hun kinderdoop door middel van een getuigenis bevestigen.


5. De Doop van de Heilige Geest -Gods Zijn eigen Geest- is de bevestiging -vanuit Gods kant- en wordt gegeven door God aan de mens nadat de mens de uitnodiging tot redding aangenomen heeft.

  1. Aannemen betekent: Bekeren en Vasthouden aan Hem: Dit dient de mens eerst te doen. Dan geeft God -De Vader en De Zoon-, Zijn Geest -De Heilige Geest- aan die persoon, zoals beloofd door de Zoon.
  2. God wilt de Heilige Geest aan alle mensen geven. God opdracht het -bekeren en vasthouden aan Hem- aan alle mensen over de hele wereld, niemand uitgezonderd. Ieder mens heeft het vermogen om dit te doen.
  3. Het is mogelijk dat de Heilige Geest gegeven wordt voordat de water doop plaats gevonden heeft.
  4. De Heilige Geest heeft een helpende rol. De Geest helpt de mens om te groeien en blijven in God. De mens is nog steeds volledig in controle over wat hij kiest te doen nadat hij De Geest ontvangen heeft: De Geest blijven gehoorzamen of De Geest ongehoorzamen.
  5. Gehoorzaamheid aan de Heilige Geest leidt tot volharding in het geloof en heiliging. De persoon die tot het einde vasthoudt zal redding en eeuwig leven ontvangen.
  6. Blijvende ongehoorzaamheid aan de Heilige Geest en volharding in zonde leidt tot groter verderf dan voorheen. Voor deze mens zou het beter zijn dat hij nooit De Heilige Geest ontvangen had.


6. “Blijf in Hem” -vasthouden aan Hem- is de centrale prediking aan allen die Jezus Christus aangenomen hebben. Zij die tot het einde vasthouden aan Hem zullen het eeuwig leven ontvangen. Zij zijn het uitverkoren volk voor wie Gods Koninkrijk voorbereid is.

  1. De christen blijft in -houdt vast aan- Jezus Christus door het navolgen van Zijn geboden.
  2. De geboden van Jezus Christus zijn te vinden in de Nieuwe Testament. Dat is niet hetzelfde als -de Torah-, De Wet.
  3. Wanneer de mens in Jezus Christus blijft -door het navolgen van Zijn geboden-, dan blijft De Heilige Geest in de mens. Zo Zijn God en de mens één.
  4. Wanneer de mens niet in Jezus Christus blijft -door het niet navolgen van Zijn geboden en door te volharden in zonde-, dan blijft De Heilige Geest niet in de mens. Die persoon is dan afgevallen van de genade en is niet meer één met de genade -Jezus Christus-.
  5. De afgevallen van de genade persoon kan weer de eenheid met Jezus Christus herstellen door te breken met de volharde zonde.
  6. Wanneer de mens in Jezus Christus is -het navolgen van Zijn geboden- en Christus in die persoon -Door de Heilige Geest van God in die persoon-, alléén dan pas zal die persoon vruchten dragen. Buiten één zijn met Jezus Christus kan de mens geen vruchten dragen.
  7. Vruchten zijn geen daden, maar de vruchten komen vanzelf wanneer de persoon één is met Jezus Christus.
  8. Vruchten zijn; liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.


7. De Vader heeft vóór de grondlegging van de wereld gezien buiten de tijd om wie van de mensen uit hun eigen vrije keus in Hem zullen gaan geloven. Op het moment dat God de schepping tot werkelijkheid bracht, had Hij die mensen die in Hem zouden geloven uitverkoren tot eeuwige verheerlijking.

  1. Gods wil voor ieder mens blijft intact: Hij wil dat alle mensen Hem zullen aannemen en leven. Echter voor de grondlegging van de wereld zag Hij dat velen -door hun eigen keus- zelf niet voor Hem zouden kiezen en Hem ook niet gehoorzamen. Deze mensen zijn op het moment dat God de schepping tot werkelijkheid gebracht had uitverkoren tot verdoemenis, door hun eigen doen, tegen Gods wil in.
  2. lk vorm van uitspraak die suggereert dat God sommige mensen gemaakt heeft met het doel om ze naar de helle vuur te sturen,-buiten hun keus om-, of dat de mens bij hun geboorte, vanaf het begin -geen vrije wil- of -geen vermogen om te kiezen- zouden hebben, begaat een aanval op Gods natuur en de 3e gebod van De Wet. God maakt geen onderscheid tussen mensen en wil dat allen leven. God is rechtvaardig, goed en genadig. Amen.

1. De Kerk is een gemeenschap van gelovigen die in de Heilige samenkomsten verzamelt in navolging van de apostelen. (Handelingen 2:42

 

2. De Kerk is gebouwd op de geloofsbelijdenis van Petrus; Jezus Christus is de Zoon van de Levende God. De Kerk is niet gebouwd op de persoon Petrus zelf. (Mattheus 16:16-18)

 

3. De Kerk is zowel universeel als lokaal, zowel zichtbaar als onzichtbaar. (1 Korinthe 1:2; 1 Korinthe 12:12-14; 1 Thessalonicenzen 4:14-17) 

  1. Universeel; De Kerk is niet begrensd door een specifieke plaats, tijd, traditie of ras. 
  2. Geen specifieke plaats omdat de Kerk zich bevindt in verschillende landen. 
  3. Geen specifieke tijd, omdat de zowel de heiligen van vandaag, de toekomst, en het verleden onderdeel zijn van de Kerk. 
  4. Geen specifieke traditie, omdat de Kerk zich niet beperkt tot gelovigen uit een bepaalde traditie zoals de Oosterse/Oriëntale/Roomse tradities.
  5. Geen specifieke ras, omdat de Kerk bestaat uit verschillende etniciteiten.
  6. Lokaal: De Universele Kerk is ook gevestigd in lokale kerken waar plaatselijke discipelschap plaatsvindt.
  7. Zichtbaar & Onzichtbaar: De Kerk bestaat zowel uit zichtbaar dienende mensen die nog niet gestorven zijn, als de onzichtbare heiligen die nu in de hemel zijn. Beiden groepen behoren tot het Lichaam van Christus. 

4. Het is noodzakelijk voor een christen om naar een lokale Kerk te gaan en zich daar te laten discipelen. Wanneer een christen zich weigert te verbinden aan een kerk, dan is hij/zij ongehoorzaam aan God en een makkelijk doelwit voor de duivel. Het is namelijk makkelijker voor een leeuw om een schaap te doden die ver van de kudde leeft, in plaats van een schaap te doden die beschermd word door een kudde. Daarom is het niet verantwoord te leven als “solo christen”: de christen die denkt geen kerk nodig te hebben. (Hebreeën 10:25; 1 Petrus 5:8)

 

5. De vereisten van een pastoor volgens het Heilige Schrift zijn onder andere: Een oprechte man die loyaal is aan 1 vrouw, die niet verslaafd is aan wijn die goed leiding kan geven aan zijn huis en een goede reputatie heeft. De diakenen behoren evenzo eerbaar te zijn. Tevens dienen de leden van de kerk zich te onderwerpen aan de voorganger en hem gehoorzaam te zijn, zolang hij niet afwijkt van de Heilige Schrift. (1 Timotheüs 3:2-7; Titus 1:6-9; Hebreeën 13:17)

6. De Kerk is de representatie van Gods Koninkrijk op aarde met 1 missie: Het evangelie te verspreiden over heel de aarde en de mensen uit alle volken te dopen en te discipelen. De Kerk is geroepen om de poorten van de hel te doorbreken en redding te bieden aan de verlorenen. (Mattheus 28:19; Mattheus 24:14; Mattheus 16:18)

7. De Kerk is de bruid van Jezus, die Jezus komt ophalen bij de voleinding der wereld. De Kerk dient zich gereed te maken voor de komst van haar Heer door een levensstijl van bekering te volgen & heilig en smetteloos voor Hem te leven. Hierbij is kerkdiscipline van belang in de stappen die beschreven staan in de Heilige Schrift . (Openbaringen 19:6-8; Mattheus 18:15-18)

1.  De overheid is Gods dienares en door God Zelf ingesteld. (Romeinen 13:1, Romeinen 13:4)

 

2. Elk mens dient zicht te onderwerpen aan de overheid van zijn land. (Romeinen 13:1)

  1. Zo ook dient elk werknemer de werkgever integer te dienen zoals Hij Jezus Christus dient.

3. Christenen dienen goede burgers te zijn door de wetten van de overheid te gehoorzamen en goede werken te doen. (Romeinen 13:3)


4. Wanneer van christenen belastingbetalingen verwacht worden, dienen christenen dit getrouw en integer te betalen. (Mattheus 22:21, Romeinen 13:6-7)

5. De overheid heeft een legitiem zwaardmacht om het kwade te straffen en onrecht te bestrijden.(Romeinen 13:4)


6. Een christelijke overheid dient in geen geval andersgelovigen en dwaalleraren te doden op basis van religieuze verschillen, aangezien Jezus dit afwijst en gebiedt om het onkruid samen met de tarwe te laten groeien tot aan de voleinding van de wereld. Dan stuurt Jezus Zijn engelen, die zelf het onkruid verwijderen en vernietigen. (Mattheus 13:29-30)

 

7. Indien de overheid iets gebiedt wat tegen het gebod van God in gaat, dan dient God ten alle tijden gehoorzaamd te worden. (Handelingen 5:29)

1. De man is volledig gelijk in waarde aan de vrouw in Gods ogen. (Galaten 3:28)

 

2. De man behoort zichzelf rein te bewaren door geen seksueel gemeenschap aan te gaan buiten het huwelijk om. (Hebreeën 13:4, Kolossenzen 3:5, 1 Thessalonicenzen 3:4)

 

3. De man dient mannelijk te zijn. Dit betekent dat hij zich dient te kleden als een man, en geen lang haar draagt. De vrouw mag er niet uitzien als de man, en de man niet als de vrouw. Dat is een verstoring van Gods orde. (Deuteronomium 22:5, 1 Korinthe 11:4)

 

4. De man behoort te trouwen met 1 vrouw. (Genesis 2:24)

 

5. Hoewel de man en vrouw gelijk zijn in Gods ogen, heeft de man een andere rol dan de vrouw. De man is het hoofd van de vrouw zoals ook de Christus het Hoofd is van de Kerk (Efeziers 5:22). De man is hierbij geroepen om de vrouw te leiden en gezag over haar te dragen. Hiermee is hij leider én eindverantwoordelijke voor zijn gezin. 

 

6. De man dient zijn eigen vrouw te lief te hebben zoals Christus de Kerk lief heeft door Zijn eigen leven voor haar op te offeren. (Efeziers 5:28)

 

7. De man is geroepen om te prediken en de kerk te leiden, niet de vrouw. Zoals de man het hoofd is van het fysieke gezin, is de man ook het hoofd van het geestelijk gezin. (1 Korinthe 14:34-35, 1 Timotheus 2:12)

1.  De vrouw is volledig gelijk in waarde aan de man in Gods ogen. (Galaten 3:28)

 

2. De vrouw behoort zichzelf rein te bewaren door geen seksueel gemeenschap aan te gaan buiten het huwelijk om. (Hebreeën 13:4, Kolossenzen 3:5, 1 Thessalonicenzen 3:4)

 

3. De vrouw dient vrouwelijk te zijn. Dit betekent dat zij zich dient te kleden als een vrouw, en voor zover mogelijk, lang haar draagt. De vrouw mag er niet uitzien als de man, en de man niet als de vrouw. Dat is een verstoring van Gods orde. (Deuteronomium 22:5, 1 Korinthe 11:14)

 

4. De vrouw behoort te trouwen met 1 man. (Genesis 2:24)

 

5. Hoewel de man en vrouw gelijk zijn in Gods ogen, heeft de vrouw een andere rol dan de man. De vrouw dient zich te onderwerpen aan haar man, zoals de Kerk zich onderwerpt aan Christus (Efeziërs 5:22-24). Dit betekent dat de vrouw geroepen is om de man te volgen, te gehoorzamen en hem te helpen.

6. Als teken van de onderwerping van de vrouw aan de man, dient de vrouw tijdens de kerksamenkomsten een hoofdbedekking te dragen (1 Korinthe 11: 5-16)

 

7. Het is de vrouw niet toegestaan om te prediken in de kerkgemeente. Zij behoort op dit terrein te zwijgen en zich te onderwerpen aan het mannelijk leiderschap in de gemeente. (1 Korinthe 14:34-35, 1 Timotheüs 2:12)

1.  De Islam is een antichristelijke religie; het spreekt de kern van het evangelie tegen. Het verwerpt namelijk dat Jezus de Zoon van God is, het verwerpt dat Jezus gekruisigd is, het verwerpt dat Jezus opgestaan is uit de dood, en het verwerpt dat Jezus ons de verlossing biedt van onze zondes.

 

2. De Koran is niet de openbaring van God. De Koran zou in lijn moeten zijn met de voorgaande openbaringen, maar het spreekt die tegen. De claim dat de Bijbel aangepast zou zijn om Islam te dwarsbomen is niet waar. De Bijbel is onveranderd. Daarom dient de Bijbel zich niet aan te passen aan de Koran. De Koran moet voldoen aan de eisen van de Bijbel. 

3.
Mohammed wordt niet gezien als de laatste profeet. Jezus heeft alle voorspellingen in De Wet en De Profeten voltooid, daarom kan er geen andere persoon -Mohammed- verwacht worden.

 

4. Mohammed wordt niet gezien als de perfecte rolmodel voor de mensheid. Gedurende zijn leven heeft hij een levensstijl gehad en een aantal handelingen verricht die in overtreding zijn met de Bijbelse geboden.

  1. De Heere Jezus wordt echter wel gezien als de meest perfecte rolmodel voor de mensheid. Hij heeft een perfect leven geleid en heeft nóóit gezondigd.

5. De Islam valt het christelijke geloof aan, op zowel theologisch als fysiek terrein.

  1. Theologisch: Zoals de punten die beschreven staan in punt 1 tot en met 4.
  2. Fysiek: Christenvervolging. In de top 10 landen waar christenen het meest fysiek vervolgd worden, zijn 9 landen binnen de top 10 islamitisch. Dit is geen toeval. Vanuit islamitisch theologie is het bekend dat islam gericht is op het vestigen van een kalifaat met de shariah- wetgeving, en dat christenen in dat gebied zich óf moeten bekeren, óf speciale belasting dienen te betalen en als tweederangs burgers dienen te leven. Wanneer christenen geen van beiden doen, moeten ze óf vluchten, óf worden ze gedood. Christenen zijn voorbereid op dit soort vervolgingen omdat Jezus dit voorzegd heeft. (Johannes 15:20, Johannes 16:2, Mattheus 24:9, Mattheus 5:44)

6. De Islam is de snelst groeiende religie ter wereld. Dit komt niet zozeer door het aantal bekeerlingen, maar door de snelgroeiende bevolkingsgroei. Doordat de Islam meer toeneemt en de aantrekkingskracht groter wordt op de niet-gelovigen, is er een reactie vereist vanuit de christelijke wereld. Deze reactie is twee-ledig: Om de moslims te bereiken met het ware evangelie zodat zij gered zullen worden, en om de aantrekkingskracht van islam op de niet-gelovigen te doen verminderen.

 

7. De Islam speelt een sleutelrol in de eindtijd. Wanneer het einde van de wereld nadert, zal Islam een steeds groter podium krijgen en een grotere dreiging vormen. Daarom is het belangrijk om Islam goed op de radar te hebben staan en de ontwikkelingen goed te volgen.