Getting your Trinity Audio player ready...
|
De Didachè, ook bekend als De Leer van de Twaalf Apostelen, is een vroegchristelijk document dat waarschijnlijk uit de eerste eeuw stamt. Het bevat richtlijnen over ethiek, liturgie, doop, vasten, gebed en kerkelijke organisatie. De tekst benadrukt de Drie-eenheid in het doopritueel en biedt specifieke instructies voor de Eucharistie en zondagsvieringen. Daarnaast verwerpt de Didachè moreel wangedrag, waaronder abortus , kindermisbruik, en overspel. Verder ook positieve bevelingen zoals het bevel om God lief te hebben en uw naaste als uzelf. De tekst sluit af met eschatologische waarschuwingen en een oproep tot waakzaamheid voor Christus’ wederkomst. Als praktische handleiding voor vroege christenen biedt de Didache waardevolle inzichten in het geloof en de organisatie van de eerste kerk die ook vandaag de dag relevant is..
Inleiding
De Bijbel is het geïnspireerde Woord van God en het hoogste gezag voor de Christenen. Naast de Bijbel zijn er ook andere bronnen die nuttig kunnen zijn voor de Christelijke leer en vormgeving. Sommige vroege documenten geven ons een kijk in de gebruiken en interpretatie van vroege Christenen. De Didachè (did-a-gey), Διδαχή, of De Leer van de Twaalf Apostelen is een bekend vroeg Christelijk document, wat velen in de eerste eeuw dateren. De Didachè omvat richtlijnen over ethiek, liturgie (zoals de Eucharistie), en kerkorganisatie, evenals een korte eschatologische sectie. Dit document is een belangrijk document voor historische studies naar het vroege Christendom. Christenen die zich ook in deze moderne tijden willen vasthouden aan het geloof, kunnen in de Didachè waardevolle lessen vinden.
Geschiedenis
De Didachè werd in 1873 ontdekt door Philotheos Bryennios. Vanaf dat moment wekte het document brede belangstelling op onder geleerden (Jefford 2013). Het document was wel al bekend in de kerkgeschiedenis, echter waren de manuscripten kwijtgeraakt. De Didachè werd door bekende kerkvaders en theologen benoemd zoals Sint Athanasius (Brief 39), Nicephorus (Stoichiometry) en Eusebius van Caesarea (Historia Ecclesiastica). Sint Athanasius geeft zelfs aan dat de Didachè nuttig is om als instructie te geven aan catechumen. Het document heeft ongeveer 2.300–2.400 woorden, afhankelijk van de manuscripten en vertalingen. Het is verdeeld in 16 hoofdstukken die een reeks onderwerpen behandelen, waaronder morele lessen (de “Twee Wegen”), instructies over de doop, vasten, gebed, de Eucharistie, kerkorganisatie en eschatologische waarschuwingen. (Niederwimmer, 2016). Dit artikel geeft een beknopte introductie tot de Didachè door voornamelijk een literatuur review van Wilhite (2019), die de literatuur over de Didachè van de laatste 35 jaar samenvat, raad te plegen.
De datering
Er zijn verschillende dateringen voor de Didachè waarvan de meeste schommelen van vroeg eerste eeuw tot midden tweede eeuw (Wilhite, 2019). Hier zijn verschillende argumenten en redenen voor, één van de belangrijkste redenen is de structuur van de tekst. Veel geleerden delen de tekst van de Didachè in verschillende stukken, wat de datering nog complexer maakt. Bijbel experts zoals Aaron Milavec, suggereren dat delen van de Didachè pre-christelijk zijn, dat wil zeggen voornamelijk Joodse tradities voor het begin van het Christendom. Deze geleerden dateren dit gedeelte vóór 70 voor Christus (AD). Deze geleerden beschouwen dat het gedeelte wat gaat over de “Twee gedeelten”, de eerste paar hoofdstukken, het vroegste gedeelte was. De inhoud van de Didachè wat gaat over de “Twee gedeelten”, rijmt heel erg op wat we zien in Psalm 1. Deze interpretatie beschouwt de Didachè als een tekst uit de eerste generatie na Jezus’ dood, voornamelijk gebaseerd op orale tradities.
Andere stellen een latere datering voor zoals Clayton Jefford (Wilhite, 2019). Echter zien we dat een datering van het midden van de eerste eeuw tot het begin van de tweede eeuw de voorkeur geniet (Draper 2015a: 530). Amerikaanse Bijbelse geleerde en professor van Bijbelse studies en Grieks, William C. Varner (2007), geeft aan dat de sterkste argumenten voor een datering in de eerste eeuw zijn. Deze zijn als volgt:
1. De primitieve eenvoud van de leer van de Didachè over de persoon en het werk van Jezus;
2. De afwezigheid van waarschuwingen voor specifieke doctrinaire afwijkingen;
3. Het voortbestaan van rondtrekkende apostelen en profeten;
4. Een eenvoudig model voor het leiderschap in de kerk (opzieners en diakenen);
5. Het zwijgen over enige vervolging ervaren door de lezers of schrijvers van de tekst. Als de tekst laat in de eerst of begin tweede eeuw geschreven zou zijn, dan zou er gesproken worden over de vele Christenvervolgingen die toen gebeurden.
Eerste eeuw
Al deze kenmerken lijken ongebruikelijk voor de kerk in het eerste gedeelte van de tweede eeuw, dus een datering voor de eerste eeuw lijkt waarschijnlijker te zijn. Verdere bewijzen voor deze positie zullen duidelijk worden naarmate we de thema’s van de zestien hoofdstukken van het boek bespreken. Hoewel er uitzonderingen zijn, neigt de huidige wetenschappelijke consensus sterk naar een datering in de eerste eeuw.
Inhoud
De Didachè beschrijft eerst de “Twee Wegen” (1.1-2.7), een morele gids over de juiste en verkeerde levensstijl, gevolgd door instructies over innerlijke reinheid en gedrag binnen gezin en gemeenschap (3.1-14). Het waarschuwt voor de “Weg van de Dood” (5.1-2) en geeft richtlijnen over voedsel, de doop, vasten, en gebed (6.1-8.3). Verder worden de eucharistie (9.1-10.7) en de omgang met rondtrekkende apostelen en profeten besproken (11.1-13.7). De tekst benadrukt liturgie, kerkelijk leiderschap en pastoraal advies (14.1-15.4), en sluit af met een oproep tot waakzaamheid in de eindtijd (16.1-8) volgens professor Strengholt, J. M. (2017).w.
Joodse achtergrond
Er zijn vele expliciete en impliciete details wat aantoont dat dit document een sterke Joodse achtergrond had. Bijbel professor van de Sandt heeft hier een uitvoerig onderzoek naar gedaan. Hij geeft aan dat De voedsel rituelen, die de taal van reinheid oproepen en een kader bieden voor liturgie, een Joodse oorsprong weerspiegeld. Deze Joodse achtergronden informeren Van de Sandts lezing van Did. 9.5 als een Joodse mashal die reinheidsvoorschriften weerspiegelt (van de Sandt, 2002: 238). Deze spreekwoordelijke uitdrukking (Did. 9.5) vereist de doop als een vorm van Joodse reiniging, zodat leden van de gemeenschap mogen deelnemen aan voedsel dat aan de tempel is gerelateerd—een ‘tempeloffer-context’ (van de Sandt, 2011: 1). De sociale reinheidsniveaus, zoals besproken in Did. 14, overlappen met de Joodse reinheidsmotieven en tempelrituelen (van de Sandt, 2011: 18-20). Verder spreekt Wilhite (2019) van consensus over de volgende onderwerpen van de afgelopen 35 jaar. Ten eerste is de relatie van de Didachè met het evangelie van Sint Mattheüs, en in mindere mate met de brief van Sint Jakobus, een belangrijk punt van consensus. Bijna alle studies over de Didachè bespreken op enige manier de relatie met het evangelie van Sint Mattheüs. Ten tweede weerspiegelt de Didachè een vorm van joods-christendom die samenhangt met het behoud van de christelijke Thora en joods-christelijke gebruiken van de Sandt, 2011).
Tradities
Verder zijn er gedetailleerde instructies die relevant zijn op de dag van vandaag. Het is opmerkelijk dat de Christenen in de eerste eeuw een zeer gedetailleerd moreel kompas hadden. Verder kunnen we ook spreken over een redelijk geavanceerde kerkstructuur. De Drie-eenheid wordt expliciet benadrukt in het doopritueel, waar in hoofdstuk 7 wordt opgedragen: “Doopt in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest in stromend water.” (Did. 7.1). Dit weerspiegelt een vroege liturgische erkenning van de Drie-eenheid als kern van het christelijk geloof. Daarnaast biedt de Didachè richtlijnen voor de Eucharistieviering, zoals beschreven in hoofdstuk 9, waarin gebeden worden voorgeschreven: “We danken u, onze Vader, voor het leven en de kennis die u aan ons bekend heeft gemaakt door Jezus uw knecht. U zij de glorie tot in de eeuwigheid.” (Did. 9.3). Tegelijkertijd wordt benadrukt dat alleen wie gedoopt is, mag deelnemen aan de Eucharistie: “Laat niemand eten of drinken van uw Eucharistie behalve wie zijn gedoopt in de naam van de Heer.” (Did. 9.5).

Ethiek
Vasten en gebed spelen ook een centrale rol in het leven van de gemeenschap. In hoofdstuk 8 wordt geadviseerd om op andere dagen te vasten dan de Joden: “Laat uw vasten niet samenvallen met dat van de huichelaars. […] U zult vasten op de vierde dag en op de [dag van de] voorbereiding.” (Did. 8.1). Bovendien wordt het driemaal daags bidden van het Onze Vader voorgeschreven: “Bidt dit driemaal per dag.” (Did. 8.3). Ethiek vormt een integraal onderdeel van de tekst, met in hoofdstukken 1 en 2 richtlijnen voor de “Weg van het Leven.” Het belangrijkste gebod luidt: “Heb God, die u gemaakt heeft, lief. Heb uw naaste lief als uzelf.” (Did. 1.2). Daarnaast bevat het expliciete verboden, zoals: “Dood geen kind in [een daad van] corruptie, noch een pasgeborene.” Een bijzonder vroege benoeming van veroordeling tegen abortus en het verdedigen van leven zelfs in een vroeg stadia. “Schend geen jongens.” (Did. 2.2), een uniek verbod tegen een vorm van pedofilie genaamd ‘pedasterie’. Ook spirituele zondes worden benoemd: “Wees niet dubbelhartig of huichelachtig, want een dubbelhartig persoon is een strik des doods.” (Did. 2.4).
Liturgische samenkomsten worden in hoofdstuk 14 beschreven, waarbij de nadruk ligt op zondagsvieringen: “Als u samenkomt op de dag die aan de Heer behoort, breekt u brood en viert u de Eucharistie, nadat u [eerst] uw zonden hebt beleden zodat uw offer rein is.” (Did. 14.1). Verzoening is cruciaal, zoals blijkt uit: “Als iemand een geschil heeft met zijn metgezel, zal die niet met u samenkomen, totdat ze zich hebben verzoend.” (Did. 14.2). Ook de kerkstructuur komt aan bod, waarbij leiders worden aangemoedigd om nederig en waardig te zijn: “Stelt voor uzelf opzieners en dienaren aan die waardig zijn voor de Heer, mannen die nederig zijn en niet hebzuchtig, waarachtig en beproefd.” (Did. 15.1).
Eschatology
Ten slotte roept de eschatologie in hoofdstuk 16 op tot waakzaamheid vanwege de naderende wederkomst: “Waakt over uw leven. Laat uw lampen niet uitgaan en laat uw lendenen omgord zijn, maar weest bereid, want u weet het uur niet waarin onze Heer zal komen.” (Did. 16.1). Het hoofdstuk beschrijft tekenen van de eindtijd, zoals de verschijning van een “wereldbedrieger,” de opstanding van de doden, en de komst van de Heer: “De Heer zal komen, en alle heiligen met hem.” (Did. 16.7). Deze Nederlandse vertaling komt direct vanuit het Grieks, gedaan door de wel gerespecteerde professor Jos van Strengholt.

Conclusie
De Didachè is een van de belangrijkste vroege christelijke documenten en biedt ons een unieke kijk op de vroege kerk. Het bespreekt essentiële onderwerpen zoals de structuur van de kerk, de viering van de Eucharistie, de doop, vasten, ethische principes en eschatologie. Dit document weerspiegelt niet alleen de rijke tradities en gebruiken van de eerste christelijke gemeenschappen, maar benadrukt ook de Drie-eenheid als fundament van het geloof. Voor moderne christenen biedt de Didachè een waardevolle gelegenheid om te reflecteren op bijna 2000 jaar aan prachtige tradities en de voortdurende erfenis van het christendom.
Referenties
Vertaling van Dr J.M. Strengholt
Strengholt, J. M. (2017.). Onderwijs van de Twaalf Apostelen aan de Volken: De Didache.
van de Sandt, H. W. M. (2011). Why does the Didache conceive of the eucharist as a holy meal? Vigiliae Christianae, 65, 1-20.
Niederwimmer, K. (2016). The Didache. https://doi.org/10.2307/j.ctvb936dt
Varner, W. (2007). The way of the Didache: The First Christian Handbook. Wilhite, S. J. (2019).
Thirty-Five Years Later: A summary of Didache Scholarship since 1983. Currents in Biblical Research, 17(3), 266–305. https://doi.org/10.1177/1476993×19838107

Joseph
Lorem ipsum dolor sit amet consectetur adipiscing elit dolor
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.