Getting your Trinity Audio player ready...
|
Abstract:
Uit de handelingen en leefwijze van Jezus zien we dat hij Gods Woord als hoogste autoriteit verkondigde. We zien dat de structuur van de kerk, zoals gezien in het Nieuwe Testament met bisschoppen, diakenen, evangelisten enzovoorts, in continuïteit staat met de hiërarchie van het Oude Testament. De Kerk heeft autoriteit om de Schrift te interpreteren, maar net als in het Oude Verbond zijn haar oordelen en tradities niet onfeilbaar. Onfeilbaarheid betekent dat een instrument niet enkel foutloos is, maar niet eens de mogelijkheid heeft om fout te zijn. Ondanks Christenen de kerk moeten eren en haar oordelen vaak foutloos zijn, zijn deze niet onfeilbaar. Deze relatie en functie van de kerk is consistent met die van het Oude Testament. Een voorbeeld hiervan is de foutieve consensus van de religieuze leiders in Johannes 11:51-57 over Jezus. Daarom moet het autoritatieve lichaam altijd onderworpen blijven aan de onfeilbare openbaring van God, de Heilige Schrift.
Inleiding
Sola Scriptura is een fundamenteel principe binnen het protestantisme, en fungeert als een epistemologisch kader voor hoe kennis over het geloof wordt vergaard en beoordeeld. Het stelt dat de Schrift de enige onfeilbare regel is voor het Christelijk leven en geloof. Dit zegt dat we in de Bijbel expliciet of impliciet hetgeen vinden wat nodig is voor de redding van de mens.
2 Timoteüs 3:16-17 – HSV: Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.
Johannes 20:30 HSV Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31. maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.
Dit betekent niet dat Sola Scriptura beweert dat de Schrift de enige autoriteit is, maar het beklemtoont dat de Schrift de hoogste autoriteit heeft. Buitenbijbelse tradities en leringen kunnen nuttig en waardevol zijn, zolang ze in overeenstemming zijn met de boodschap en de geest van de Schrift. De Schrift zelf heeft echter het laatste woord en vormt de ultieme toetssteen voor waarheid. Hoewel sommige mensen Sola Scriptura beschouwen als een latere ontwikkeling binnen het christendom, toont een zorgvuldige lezing van de Schrift aan dat dit principe door de Heer Jezus zelf werd gehanteerd. Dit wordt vooral duidelijk in de confrontaties tussen Jezus en de rabbijnen van zijn tijd.
Context
In het Oude Testament had het volk van Israël een duidelijke structuur als priesterlijk volk op aarde. Er waren hogepriesters, priesters, profeten en schriftgeleerden. Deze verschillende groepen hadden elk hun eigen taken en autoriteit die door God was ingesteld. Schriftgeleerden, bijvoorbeeld, hadden de specifieke taak om de Torah voor te lezen en uit te leggen. Dit zie je in passages zoals Nehemia 8:7-10, waarin de Levieten de Wet van God uitlegden aan het volk, zodat ze het konden begrijpen.
Ezra 7:6 HSV: deze Ezra trok op uit Babel. Hij was een vaardig schriftgeleerde, bedreven in de wet van Mozes, die de HEERE, de God van Israël, gegeven heeft. En de koning gaf hem alles wat hij had verzocht, omdat de hand van de HEERE, zijn God, over hem was.
2 Kronieken 17:8 HSV: Bij hen waren de Levieten Semaja, Nethanja, en Zebadja, Asaël, Semiramoth, Jonathan, Adonia, Tobia en Tob-Adonia, de Levieten; en de priesters Elisama en Joram waren ook bij hen. 9. Zij gaven onderricht in Juda, en het wetboek van de HEERE was bij hen. Zij gingen alle steden van Juda rond, en gaven onderricht aan het volk.
Nehemia 8:8-10 HSV: Jesua, Bani, Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maäseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja en de Levieten onderwezen het volk in de wet, en het volk stond op zijn plaats. 9 Zij lazen uit het boek voor, uit de wet van God, gaven uitleg en verklaarden de betekenis, zodat men de voorlezing begreep. 10 En Nehemia (hij was Zijne Excellentie, de stadhouder), Ezra, de priester en schriftgeleerde, en de Levieten die het volk onderwezen, zeiden tegen heel het volk: Deze dag is heilig voor de HEERE uw God. Rouw dan niet en huil niet. Heel het volk huilde namelijk toen ze de woorden van de wet hoorden.
Jezus erkende de rol en autoriteit van de schriftgeleerden in hun functie. In Mattheüs 23:2-3 bevestigt Hij zelfs dat de rabbijnen en schriftgeleerden op de ‘stoel van Mozes’ zaten en daarmee een autoritatieve positie bekleedden. Dit betekent dat ze een bepaalde bevoegdheid hadden om de Schrift uit te leggen en het volk te onderwijzen.
De Beperkingen van Buitenbijbelse Tradities
Er zijn ook momenten waarop Jezus Buitenbijbelse tradities accepteerde, zolang deze niet ingingen tegen Gods Woord. Dit laat zien dat niet alle extra Bijbelse tradities automatisch verworpen worden binnen het kader van Sola Scriptura. Jezus ging bijvoorbeeld niet altijd in tegen tradities of interpretaties die neutraal of behulpzaam waren, omdat ze niet in strijd waren met de Schrift. Toch zijn er ook talloze voorbeelden waar Jezus de interpretaties en tradities van de religieuze leiders juist veroordeelde, omdat ze niet in lijn waren met de Schrift. In passages zoals Mattheüs 15:3-9 weerlegt Jezus hun menselijke tradities die de geboden van God ondermijnden.
Mattheüs 15:2 Waarom overtreden Uw discipelen de overlevering van de ouden? Want zij wassen hun handen niet als zij brood gaan eten. 3. Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Waarom overtreedt ook u het gebod van God door uw overlevering? 4. God heeft immers geboden: Eer uw vader en moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, moet zeker sterven. 5. Maar u zegt: Wie maar tegen vader of moeder zegt: Het is bestemd als offergave, wat u van mij had kunnen krijgen, en zijn vader en moeder niet zal eren, met hem is het in orde. 6. En zo hebt u door uw overlevering het gebod van God krachteloos gemaakt.
Hij benadrukt dat Gods Woord het laatste gezag heeft, en dat menselijke interpretaties en voorschriften daaraan ondergeschikt zijn. Dit toont duidelijk aan dat hoewel de schriftgeleerden de autoriteit hadden om de Schrift te interpreteren, hun interpretaties en oordelen onderworpen moesten worden aan het gezag van de Schrift zelf.
Hij benadrukt dat Gods Woord het laatste gezag heeft, en dat menselijke interpretaties en voorschriften daaraan ondergeschikt zijn. Dit toont duidelijk aan dat hoewel de schriftgeleerden de autoriteit hadden om de Schrift te interpreteren, hun interpretaties en oordelen onderworpen moesten worden aan het gezag van de Schrift zelf.
De Onfeilbaarheid van de Schrift
Een belangrijk uitgangspunt van Sola Scriptura is dat, hoewel er een legitieme interpretatieve autoriteit bestaat, zoals de priesters en schriftgeleerden in het Oude Testament, die autoriteit niet onfeilbaar is. Menselijke oordelen en interpretaties kunnen fout zijn, zoals Jezus herhaaldelijk heeft aangetoond in zijn discussies met de religieuze leiders. De Schrift zelf kan echter niet fout zijn, omdat het het Woord van God is. Het is de vaste en onfeilbare bron van waarheid. Onfeilbaarheid betekent dat een instrument of object niet enkel foutloos is maar niet eens de mogelijkheid heeft om fouten te maken. Deze hoge vorm van feilloosheid is enkel voor God en Zijn Woorden gereserveerd.
Het Oude Testament hanteert een werkwijze en structuur die in wezen hetzelfde is als die van het Nieuwe Testament. Het christendom heeft geen radicale verandering teweeggebracht, maar enkel de voltooiing gebracht. In het Nieuwe Testament zien we een vergelijkbare structuur met bisschoppen, diakenen, enzovoort in Efeze 4:11-16. De Kerk heeft de autoriteit om de Schrift te interpreteren en om beslissingen te nemen, zoals duidelijk wordt in Handelingen 15. Dit is dezelfde structuur die we ook in het Oude Testament tegenkomen.
Jezus en de Sanhedrin
Echter, niet alle oordelen of tradities die voortkomen uit het autoritatieve lichaam zijn onfeilbaar. Het christelijke geloof staat in continuïteit met het Oude Verbond (Jeremia 31:30-31, Mattheus 5:17). Dus als het autoritatieve lichaam in het Nieuwe Testament, de Kerk, onfeilbaar zou zijn in haar interpretaties en oordelen, dan zou dat in het Oude Verbond ook het geval moeten zijn geweest. Dit is echter al tegengesproken door Jezus en door de historische oordelen van dat lichaam.
In Johannes 11:51-57 zien we bijvoorbeeld dat het volledige autoritatieve lichaam van het Oude Verbond bijeenkomt: de hogepriester, priesters, schriftgeleerden en farizeeën. Zij kwamen echter tot een foutieve consensus en oordeel, namelijk dat Jezus gedood moest worden en niet de Messias was. Desondanks konden individuele personen, zelfs gewone gelovigen, op basis van een goede lezing van de Schrift Jezus als de Messias herkennen. Dit laat zien dat God een Kerk met structuur en hiërarchie heeft ingesteld, in continuïteit met het Oude Verbond. Toch heeft dit autoritatieve lichaam geen onfeilbare interpretatieve lens of oordeel. Dit lichaam moet onderworpen en geworteld blijven in de openbaring van God, de Heilige Schrift, die wél onfeilbaar is.
Conclusie
Sola Scriptura benadrukt de onfeilbaarheid van de Schrift als de ultieme bron van waarheid en gezag voor het christelijk leven. Tradities en interpretaties kunnen waardevol zijn, maar ze mogen nooit tegenstrijdig zijn met de Schrift. Jezus zelf liet zien dat zelfs de interpretatieve structuren van zijn tijd, hoewel legitiem in hun functie, onderworpen waren aan het Woord van God. Het is dit principe dat protestanten vandaag nog steeds hanteren: alleen de Schrift is onfeilbaar, en alle andere autoriteiten moeten in lijn zijn met haar waarheid.