Inleiding
Dit zijn Bijbelverzen die duidelijk maken dat gelovigen worden opgeroepen om standvastig te blijven tot het einde. Alleen wie volhardt in geloof en gehoorzaamheid tot het einde, zal uiteindelijk gered worden op de dag des oordeels.
Hieronder zijn Bijbelverzen die duidelijk maken dat gelovigen worden opgeroepen om standvastig te blijven tot het einde. Alleen wie volhardt in geloof en gehoorzaamheid tot het einde, zal uiteindelijk gered worden op de dag des oordeels.
Mattheüs 6:14-15 (HSV)
Want als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven. Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven.
Mattheüs 18:21-35 (Samenvatting op basis van HSV)
Deze gelijkenis (de onbarmhartige slaaf) eindigt met Jezus’ woorden in vers 35:
Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als ieder van u zijn broeder niet van harte vergeeft zijn misdaden.
Dit benadrukt dat vergeving van anderen voorwaarde is voor blijvende vergeving van God.
Mattheüs 24:9-14 (HSV)
9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden; en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam.
10 En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten.
11 En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden.
12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.
13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen.
Mattheüs 26:24 (HSV)
De Zoon des mensen gaat wel heen, zoals over Hem geschreven staat, maar wee die mens door wie de Zoon des mensen overgeleverd wordt! Het zou goed voor die mens zijn als hij niet geboren was.
Markus 13:5,13 (HSV)
5 En Jezus begon tegen hen te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt.
13 En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Lukas 8:15 (HSV)
Het zaad in de goede aarde zijn zij die het Woord, dat zij gehoord hebben, in een oprecht en goed hart bewaren en in volharding vrucht voortbrengen.
Lukas 12:41-46 (HSV)
41 En Petrus zei tegen Hem: Heere, zegt U deze gelijkenis tegen ons, of ook tegen allen?
42 En de Heere zei: Wie is dan die trouwe en verstandige rentmeester, die de heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de juiste tijd het voedselrantsoen te geven?
43 Zalig is die slaaf die zijn heer, als hij komt, zo handelend zal aantreffen.
44 Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.
45 Maar als die slaaf in zijn hart zou zeggen: Mijn heer blijft nog wegkomen, en zou beginnen de knechten en de dienstmeisjes te slaan, en te eten en te drinken en dronken te worden,
46 dan zal de heer van deze slaaf komen op een dag dat hij hem niet verwacht, en op een uur dat hij niet weet. En hij zal hem straffen en hem zijn deel met de ontrouwen laten delen.
Lukas 21:8, 17-19 (HSV)
8 En Hij zei: Pas op dat u niet misleid wordt. Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben het, en: De tijd is nabij. Ga hen dan niet achterna.
17 En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam.
18 Maar er zal beslist geen haar van uw hoofd verloren gaan.
19 Door uw volharding zult u uw leven verkrijgen.
Johannes 8:31-32 (HSV)
31 Jezus zei dan tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen;
32 en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.
Johannes 15:5-7 (HSV)
5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken. Wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
6 Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank en verdort; en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
7 Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt, en het zal u ten deel vallen.
Johannes 17:12 (HSV)
12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Die U Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf, opdat de Schrift vervuld zou worden.
Handelingen 11:22-23 (HSV)
22 En het gerucht over hen kwam de gemeente te Jeruzalem ter ore; en zij zonden Barnabas uit om het gebied tot aan Antiochië door te gaan.
23 En toen hij daar gekomen was en de genade van God zag, verblijdde hij zich, en spoorde allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven.
Handelingen 13:43 (HSV)
43 En toen de synagoge was afgelopen, volgden velen van de Joden en van de godvrezende proselieten Paulus en Barnabas, die tot hen spraken en hen aanspoorden om bij de genade van God te blijven.
Handelingen 14:21-22 (HSV)
21 En nadat zij in die stad het Evangelie gepredikt en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië,
22 en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven, en zeiden dat wij door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God moeten binnengaan.
Romeinen 11:17-21 (HSV)
17 Als nu enige van de takken afgebroken zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mededeel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom,
18 beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: u draagt de wortel niet, maar de wortel u.
19 U zult dan zeggen: De takken zijn afgebroken, opdat ik geënt zou worden.
20 Goed, om hun ongeloof zijn zij afgebroken, en u staat door het geloof. Wees niet hoogmoedig, maar vrees.
21 Want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is het ook mogelijk dat Hij u niet spaart.
22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.
1 Korinthe 9:24 (HSV)
Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zó dat u die verkrijgt.
1 Korinthe 10:12 (HSV)
Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.
1 Korinthe 15:1-2 (HSV)
Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat,
2 waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt op welke wijze ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt.
2 Korinthe 13:5 (HSV)
Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u van uzelf niet dat Jezus Christus in u is? Tenzij u op enigerlei wijze verwerpelijk bent.
Galaten 4:9,11 (HSV)
9 Maar nu u God kent, ja, meer nog, door God gekend bent, hoe kunt u zich dan weer wenden tot de zwakke en arme grondbeginselen, die u weer van voren af aan wilt dienen?
11 Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen.
Galaten 5:4 (HSV)
U bent los van Christus geraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; u bent uit de genade gevallen.
Efeze 4:17 – 5:21 (samenvatting)
Efeze 4:17-19 – Waarschuwing tegen werelds gedrag
Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere: dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart; zij hebben zich, ongevoelig geworden, overgegeven aan losbandigheid om alle onreinheid met hebzucht te bedrijven.
Efeze 4:20-24 – Leven als nieuwe mens
Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, dat u wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Efeze 4:25 – 5:6 – Concreet nieuw gedrag, en waarschuwing voor oordeel
(Bijvoorbeeld: geen leugen, geen diefstal, geen vuile taal; wees vriendelijk en vergevend)
5:5 Want dit moet u weten, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige – die een afgodendienaar is – erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.
Efeze 5:6-21 – Oproep tot waakzaamheid en standvastigheid
6 Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid.
7 Wees dan hun mededeelgenoten niet.
8 Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht…
…
15 Zie er dan op toe dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,
16 en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn.
17 Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is.
…
21 en wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.
Hieronder vind je de verzen die je stuurde in Herziene Statenvertaling (HSV)-stijl vertaald in duidelijk Nederlands:
Efeze 6:13 (HSV)
Neem daarom de hele wapenrusting van God op, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad en, na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.
Filippenzen 2:12-13 (HSV)
Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen in mijn aanwezigheid, maar nu veel meer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven;
13 want God is het Die in u werkt, zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
Filippenzen 2:14-16 (HSV)
Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen,
15 opdat u onberispelijk en oprecht bent, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld,
16 door vast te houden aan het woord van het leven, mij tot roem tegen de dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen of tevergeefs heb gezwoegd.
Filippenzen 4:1 (HSV)
Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie ik verlang, mijn blijdschap en kroon, sta zo vast in de Heere, geliefden!
Kolossenzen 1:21-23 (HSV)
En Hij heeft u, die voorheen vervreemd was en vijandig gezind, zoals bleek uit uw slechte daden,
22 nu ook verzoend in het lichaam van Zijn vlees door de dood, om u heilig, smetteloos en onberispelijk voor Zich te stellen,
23 als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en standvastig, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is…
1 Thessalonicenzen 3:8 (HSV)
Want nu leven wij, als u vaststaat in de Heere.
1 Timotheüs 1:18-20 (HSV)
Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, overeenkomstig de profetieën die vooraf over u uitgesproken zijn, opdat u daarin de goede strijd strijdt,
19 in geloof en met een goed geweten. Sommigen hebben dat verworpen en daardoor in het geloof schipbreuk geleden.
20 Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan overgegeven heb, opdat zij leren niet meer te lasteren.
1 Timotheüs 4:1-3 (HSV)
Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij dwaalgeesten en leringen van demonen volgen,
2 door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid hebben.
3 Zij verbieden het huwelijk en gebieden zich van voedsel te onthouden, dat God geschapen heeft om met dankzegging gebruikt te worden door hen die gelovig zijn en de waarheid erkennen.
1 Timotheüs 4:16 (HSV)
Heb acht op uzelf en op de leer; volhard daarin, want door dat te doen zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen.
1 Timotheüs 6:12-16 (HSV)
Strijd de goede strijd van het geloof, grijp naar het eeuwige leven waartoe u geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.
13 Ik beveel u voor God, Die alle dingen levend maakt, en voor Christus Jezus, Die voor Pontius Pilatus de goede belijdenis getuigd heeft,
14 dat u het gebod onberispelijk en onberouwelijk in acht neemt tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus,
15 die Hij te Zijner tijd zal laten zien: de zalige en alleenmachtige Heerser, de Koning der koningen en Heere der heren.
16 Hij alleen heeft onsterfelijkheid en woont in een ontoegankelijk licht; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.
2 Timotheüs 2:12-13 (HSV)
Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren.
Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen.
13 Als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw; Hij kan Zichzelf niet verloochenen.
2 Timotheüs 4:7-8 (HSV)
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop tot een einde gebracht, ik heb het geloof behouden.
8 Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid, die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal, en niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.
Titus – Niets
Philemon – Niets
Hebreeën 2:1 (HSV)
Daarom moeten wij ons te meer houden aan wat door ons gehoord is, opdat wij niet op enig moment afdrijven.
Hebreeën 3:6 (HSV)
Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.
Hebreeën 3:14-15 (HSV)
Want wij hebben deel gekregen aan Christus, als wij tenminste het begin van onze hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.
15 Terwijl er gezegd wordt: Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet zoals in de verbittering.
Hebreeën 4:1 (HSV)
Laten wij dan bevreesd zijn, zolang de belofte om Zijn rust binnen te gaan nog van kracht is, dat niet iemand van u blijkt achter te blijven.
Hebreeën 6:4-6 HSV – Kan niet eens meer terug
[4] Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, [5] en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, [6] en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken.
Hebreeën 10:26-27 HSV
[26] Want als wij willens en wetens zondigen, nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, [27] maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden.
[29] Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft?
Hebreeën 12:13 HSV
[13] en maak rechte sporen voor uw voeten, opdat wat kreupel is, niet wordt ontwricht, maar veeleer genezen wordt.
Hebreeën 12:25 HSV
[25] Let er dan op dat u Hem Die spreekt, niet verwerpt. Want als zij niet zijn ontkomen die hem verwierpen die op aarde aanwijzingen van God deed horen, veelmeer zullen wij niet ontkomen, als wij ons afkeren van Hem Die vanuit de hemelen spreekt.
Hebreeën 12:28-29 HSV
[28] Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. [29] Want onze God is een verterend vuur.
1 Petrus 4:17-18
“Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God. En als het bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het evangelie van God niet gehoorzamen? En als de rechtvaardige ternauwernood gered wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?”
2 Petrus 2:20-22
“Want als zij de besmettingen van de wereld ontvlucht zijn door de kennis van de Heere en Zaligmaker Jezus Christus, maar daarin opnieuw verwikkeld raken en daardoor overwonnen worden, dan is voor hen het laatste erger geworden dan het eerste. 21Het zou immers beter voor hen geweest zijn dat zij de weg van de gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, nadat zij die hebben leren kennen, zich weer afkeren van het heilige gebod dat hun overgeleverd was. 22Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder.’”
2 Petrus 3:17
U dan, geliefden, omdat u dit van tevoren weet, wees op uw hoede, zodat u niet door de dwaling van normloze mensen wordt meegesleept en afvalt van uw eigen vastheid.
1 Johannes 5:16 (HSV)
Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, dan moet hij voor hem bidden; en Hij zal hem het leven geven, namelijk hun die niet zondigen tot de dood. Er is zonde tot de dood; daarvoor zeg ik niet dat hij moet bidden.
2 Johannes 1:8-9 (HSV)
Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. Ieder die over de leer van Christus heenloopt en daarin niet blijft, heeft God niet. Wie in de leer van Christus blijft, die heeft zowel de Vader als de Zoon.
3 Johannes – Niets
Judas 1:3 (HSV)
Geliefden, terwijl ik er alle inzet voor leverde u te schrijven over de gemeenschappelijke zaligheid, werd ik genoodzaakt u te schrijven om u ertoe op te wekken te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is.
Judas 1:5 (HSV)
En ik wil u, die dit alles al weet, eraan herinneren dat de Heere, nadat Hij het volk uit het land Egypte verlost had, vervolgens hen die niet geloofden, te gronde gericht heeft.
Judas 1:21 (HSV)
Bewaar uzelf in de liefde van God, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven.
Openbaring 2:4-5 (HSV) – Efeze
Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u, en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.
Openbaring 2:10-11 (HSV) – Smyrna
Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt, en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.
Openbaring 3:5 (HSV) – Sardes
Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleding, en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
Openbaring 3:15–16 (HSV) – Laodicea
Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en ook niet heet bent. Was u maar koud of heet! Maar omdat u lauw bent, en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.