Getting your Trinity Audio player ready...

Abstract:

Een vaak gehoord argument binnen de LHBTI hoek is dat Jezus nóóit gesproken heeft over homoseksualiteit. Christenen behoren homoseksualiteit daarom niet af te keuren – aldus de LHBTI hoek . In hoeverre is dit waar? Heeft Jezus écht nooit gesproken over homoseksualiteit? Dit artikel zet drie argumenten uiteen die het tegendeel bewijzen. Dit artikel is niet geschreven vanuit haat naar homoseksuelen, maar vanuit liefde, om eerlijk te kijken naar dit onderwerp vanuit een Bijbels perspectief.

We leven in een bijzonder eeuw. Een eeuw van veel veranderingen. Een postmoderne wereld waarbij geen 1 waarheid meer bestaat. En een eeuw die waarbij de vruchten van de seksuele revolutie en het feminisme steeds meer zichtbaar zijn. Er wordt gesleuteld aan de eeuwenoude definities van de man en de vrouw, de rolverdeling, en het huwelijk. Deze geest is ook de Kerk binnen geslopen. En met succes. Homoseksualiteit en het homohuwelijk hebben terrein gewonnen binnen de Kerk. Eeuwenoude, vanzelfsprekende interpretaties op de Bijbel worden aan de kant geschoven. Waar de begeerten zich eerst moest onderwerpen aan het Woord van God, proberen christenen vanuit de LHBTI hoek het Woord van God te laten onderwerpen aan hun begeerten. Met radicale herinterpretaties tot gevolg. Het is niet meer Sola Scriptura – De Bijbel heeft het hoogste gezag. Nee, het is Sola Mijn Gevoel – Mijn gevoel heeft het hoogste gezag.

Ondertussen zijn nieuwe argumenten opgedoken vanuit de christelijke LHBTI hoek om een praktiserende homoseksuele levensstijl te rechtvaardigen. Vandaag de dag wordt deze redenering heel vaak opgenoemd: “Als christen, ben je een volgeling van Christus. Christus heeft nóóit een woord gesproken over homoseksualiteit. Als Christus nooit gesproken heeft over de afkeuring van homoseksualiteit, wat voor recht heb je om te zeggen dat een christen géén homoseksueel levensstijl mag hebben!”

Figuur 1: LHBTI Demonstranten in Guerneville, de Verenigde Staten (2022)

Voor de conservatieve christen klinkt dit misschien als een vreemd argument. Maar voor de “liberale” christen, is dit argument zeer populair. Onlangs had Ted Lieu, lid van het Huis van Afgevaardigden, dit argument aangehaald in het Witte Huis.1 Ook de bekende Amerikaanse Nieuwtestamenticus Bart Ehrman haalt dit argument aan in één van zijn artikelen.2 Media als de AmericanProgress.org,3 theconversation.com,4 en andere platformen, promoten dit argument op hun websites.

Maar wat is hiervan waar? Heeft Jezus echt nooit gesproken over homoseksualiteit? In dit artikel gaan we inzoomen op deze claim. Hieronder vind je 3 tegenargumenten die de claim weerleggen.

1. Jezus adresseert wél Homoseksualiteit

De claim dat Jezus in het Nieuwe Testament nooit iets gezegd zou hebben wat homoseksualiteit afkeurt, is niet waar. Jezus behandelt dit onderwerp wel degelijk.

In Mattheus 19 en Markus 10 spreekt Jezus Zich uit over het huwelijk in een vraag die gesteld word over scheiding. In het antwoord van Jezus komen vier punten naar voren die van belang zijn voor dit onderwerp:

– Punt 1: Het huwelijk is een heilige instelling ontworpen door God tussen één man en één vrouw

– Punt 2: Het doel van het huwelijk is voortplanting

– Punt 3: Seksueel gemeenschap mag alleen plaatsvinden in het huwelijk tussen man en vrouw

– Punt 4: Wat God samengesteld heeft, laat geen mens scheiden

Laten we kort bij deze punten stil staan. In Mattheus 19 lezen we hoe Jezus het huwelijk definieert:

“En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, 5. en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn?” (Mattheüs 19:4-5)

Punt 1: Het huwelijk is een heilige instelling ontworpen door God tussen één man en één vrouw
Jezus benadrukt in het eerste gedeelte van Zijn antwoord de definitie van het huwelijk: Een verbond tussen de man én vrouw. Hij benoemt dat God de mens vanaf het begin zowel mannelijk én vrouwelijk gemaakt heeft, en verwijst hiermee naar Genesis 1:27:

“En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.” (Genesis 1:27)

Omdat Jezus een beroep doet op de Schepping bij het definiëren van het huwelijk, is Zijn definitie van het huwelijk beperkt tot de man en vrouw die voor elkaar bestemd zijn. Jezus laat in Zijn definitie van het huwelijk geen ruimte over voor een man-man huwelijk, of een vrouw-vrouw huwelijk. Doordat Zijn definitie geworteld is in de Schepping uit Genesis 1, is dit de regel die al gold vóór de zondeval. Dit betekent dat in Jezus’ ogen alléén een man-vrouw huwelijk mogelijk is.

Punt 2: Het doel van het huwelijk is voortplanting
In vers 28 van Genesis 1, staat ook de reden waarom God de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen heeft:

“En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!” (Genesis 1:28)

De reden dus dat God de mens vanaf het begin mannelijk én vrouwelijk gemaakt heeft, is voortplanting. Alleen een man en een vrouw kunnen zich op natuurlijke wijze voortplanten. Dit is dan ook het hoofddoel van het huwelijksverbond. Aangezien Jezus vers 27 citeert in Zijn definitie van het huwelijk, staat Hij volkomen achter deze gedachte.

Punt 3: Seksueel gemeenschap mag alleen plaatsvinden in het huwelijk tussen man en vrouw

Jezus gaat in vers 5 van Mattheus 19 door met Zijn definitie van het huwelijk, en citeert Genesis 2:

“Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.” (Genesis 2:24)

Figuur 2: Schilderij over het Huwelijk. “Dance of Art”, gevonden op Flipkart.com

Jezus benadrukt hierin dat alleen de man aan zijn vrouw zal hechten, en dat alleen de man en de vrouw tot één vlees zullen zijn. Het één vlees zijn, slaat op seksueel gemeenschap. Wanneer de man en vrouw één vlees worden, kunnen ze zich voortplanten. Let op de context waar Jezus seksueel gemeenschap plaatst: Het is een gevolg wanneer de man én vrouw in een huwelijksverbond zijn ingetreden. Het behoort dus niet plaats te vinden vóórdat de man én vrouw in een huwelijksverbond zijn ingetreden. Zie meer informatie over wat de Bijbel zegt omtrent seksualiteit vóór het huwelijk in het artikel “De Bijbel over seksualiteit vóór het huwelijk”.

Punt 4: Wat God samengesteld heeft, laat geen mens scheiden

Tenslotte, om dit argument af te sluiten, laten we kijken wat Jezus verder zegt in Mattheus 19:6:

“Wat God bij elkaar gebracht heeft, laat geen mens dat scheiden.” (Mattheus 19:6)

Hieruit valt niet alleen te lezen dat Jezus scheidingen binnen huwelijken afkeurt. Hieruit valt óók te lezen dat er wordt gesproken over het instituut van het huwelijk in het algemeen: God heeft deze instelling geschapen voor de man én vrouw alléén, en geen mens mag dat scheiden of aanpassen. Dus wat God bij elkaar gebracht heeft – dat wil zeggen, Zijn definitie van het huwelijk (man en vrouw) – laat geen mens dat scheiden.

Figuur 3: LHBTI Demonstranten in de Verenigde Staten (2020)

Wanneer men pleit vóór een homohuwelijk, een polygamisch huwelijk, en seksualiteit vóór het huwelijk, dan probeert men wat God bij elkaar gebracht heeft – Zijn definitie van het huwelijk & seksualiteit – te scheiden. Per definitie, gaat homoseksualiteit en het homohuwelijk volledig tegen in wat God bedoeld heeft.

2. Jezus is de Tweede Persoon van de Heilige Drie-Eenheid

Een tweede tegenargument op de bewering dat Jezus Zich nooit heeft uitgesproken tegen het homohuwelijk, is dat er vanuit de LHBTI hoek genegeerd wordt dat Jezus God Zelf is. En God heeft Zich meerdere malen in het Oude Testament uitgesproken tegenover deze zonde.

Dit betekent dat alle verwijzingen in het Oude Testament over het oordeel op homoseksualiteit in overeenstemming zijn met de wil van Jezus. Sterker nog, het is Jezus Zelf die de uitspraken in het Oude Testament heeft gedaan over
homoseksualiteit. Wanneer er wordt verwezen naar de Engel des Heeren in het Oude Testament, dan wordt er verwezen naar de pre-geïncarneerde Christus die op de aarde verscheen. Dit fenomeen wordt binnen Christelijke theologie ook wel
Christofanie genoemd. Voor meer informatie over de verschijning van God de Zoon in het Oude Testament, zie de artikelen over “Jezus in het Oude Testament”.

In Handelingen 7:38 lezen wij dat de Engel des Heeren neerdaalde op de berg Sinaï, en Mozes alle verordeningen, bepalingen en wetten gaf. Vanuit het Christofanie perspectief, heeft God de Zoon dus de wetten van Leviticus aan Mozes gegeven. Dit betekent dan ook dat God de Zoon Zelf direct homoseksualiteit heeft bestempeld als een ernstige zonde. Bekijk de volgende teksten:

“U (de man) mag niet slapen met een mannelijk persoon, zoals u met een vrouw slaapt. Dat is een gruwel.” (Leviticus 18:22)

En:

“Wanneer een man met een andere man slaapt, zoals men met een vrouw slaapt, dan hebben zij beiden iets gruwelijks gedaan. Zij moeten zeker ter dood gebracht worden. Hun bloed rust op henzelf.” (Leviticus 20:13)

God de Zoon noemt het een gruwel wanneer een mannelijk persoon met een mannelijk persoon slaapt, zoals hij met een vrouw slaapt. Voor het geval het niet duidelijk is, slapen in deze context betekent het hebben van seksueel gemeenschap. Bekijk Deuteronomium 22:22:

“Wanneer ergens een man aangetroffen wordt terwijl hij met een vrouw slaapt die met een andere man getrouwd is, dan moeten zij beiden sterven, de man die met de vrouw geslapen heeft, en de vrouw. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen.” (Deuteronomium 22:22)

Deze tekst heeft betrekking op overspel en verwijst naar Leviticus 20:10:

“Een man die met de vrouw van iemand anders overspel pleegt, die met de vrouw van zijn naaste overspel pleegt, moet zeker gedood worden, de overspeler en de overspeelster.” (Leviticus 20:10)

Figuur 4: Schilderij “Mozes op de Berg Sinai” door Jean-Léon Gérôme

Leviticus gebruikt het woord “overspel” (impliceert een seksuele daad) terwijl Deuteronomium het woord “slapen” gebruikt. Beiden betekenen hetzelfde. Slapen in deze context impliceert dus seksueel gemeenschap. God de Zoon verbiedt dus dat een man seksueel gemeenschap kan hebben met een andere man in Leviticus 18 en 22.

Maar zelfs wanneer men niet gelooft in deze Christofanieën, dus dat het niet de pre-geïncarneerde Zoon was die de verzen uit Leviticus uitsprak, maar dat dit directe uitspraken zijn van God de Vader, kan men niet ontkennen dat Jezus niet achter deze uitspraken zou staan. Immers, God de Zoon doet en volgt de wil van de Vader. De Vader, De Zoon en De Heilige Geest hebben dezelfde wil.

3. De Apostelen als Ambassadeurs voor Jezus

De Bijbel is één verhaal die consistent is in de verschillende boeken. Het bestaat niet uit tegenstrijdige uitspraken. Jezus Zijn woorden kun je daarom ook niet scheiden van de woorden van Paulus en Zijn andere apostelen. De apostelen zijn immers de apostelen van Jezus Zelf. De onderwijzing die zij geven is zodoende onderwijzing van de Heere Jezus Zelf. De brieven die zij schreven, zijn geïnspireerd door de Heilige Geest, de Geest van God, die de apostelen leert in lijn met de Vader en de Zoon. De apostelen, geïnspireerd door de Heilige Geest, zullen Jezus niet tegenspreken. Dat zou betekenen dat de Heilige Geest het niet eens is met Jezus, en dat is theologisch incorrect. Daarom dienen de geboden van de apostelen ontvangen te worden als geboden van God. En de apostelen zijn duidelijk, vooral Paulus.

Paulus is een apostel naar de heidenen. In de Joodse cultuur kwamen zondes als homoseksualiteit weinig voor, omdat het verboden was volgens de wetten uit het Oude Testament. Maar de heidenen kenden deze wetten uit het Oude Testament
niet, en volgden ze ook niet. Daarom kwam homoseksualiteit vaker voor onder de heidenen. Dit is de reden waarom
Paulus, die de heidenen probeerde te bereiken, zich vele malen moest uitspreken tegen homoseksueel gedrag. In 1 Korinthe 6:10 zegt Paulus, dat mannen die met mannen slapen (homoseksuelen) het Koninkrijk van God niet zullen beërven. Hij begint zijn zin met “Dwaal niet!”. Hiermee impliceert hij dat er een theologie rond gepredikt werd door mensen met de boodschap dat een homoseksuele levensstijl hand in hand gaat met het beërven van het Koninkrijk. Net als vandaag de dag.

Paulus waarschuwt tegen deze valse dwaling, en zegt expliciet dat men niet het Koninkrijk in zal komen wanneer zij betrokken zijn in deze zonde.

“Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.” (1 Korinthe 6:10)

In Romeinen 1 benoemt Paulus dezelfde zonde. In vers 27 zegt Paulus dat mannen de natuurlijke omgang (seksualiteit) met vrouwen hebben opgegeven, en dat de mannen in wellust voor elkaar van hetzelfde geslacht zijn ontbrand: Mannen hebben seksuele omgang met mannen. Paulus noemt dit een dwaling.

“Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke hartstochten, want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. 27. En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.” (Romeinen 1:26)

In de brief van Paulus aan zijn discipel Timotheüs, noemt Paulus een lijst met zondes, en plaatst hij homoseksualiteit in hetzelfde rijtje als hen die hun vader of moeder vermoorden, doodslagers, en mensenhandelaars.

“en als men dit weet: dat de wet niet bestemd is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en voor opstandigen, goddelozen en zondaars, onheiligen en onreinen, voor hen die vader of moeder vermoorden, voor doodslagers, 10. voor ontuchtplegers, voor mannen die met mannen slapen, voor mensenhandelaars, leugenaars, meinedigen en als er iets anders tegen de gezonde leer is,” (1 Timotheüs 1:9)

Figuur 5: De Uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren. Geschilderd door Jen Norton.

Dit is niet slechts de “mening” van Paulus. Dit is een waarschuwing van God door de Heilige Geest die Paulus neergeschreven heeft op papier, en die consistent is met alle andere verwijzingen naar homoseksualiteit. Omdat Paulus als apostel zijnde een ambassadeur is van Jezus op aarde, moeten deze waarschuwingen over homoseksualiteit gezien worden als waarschuwingen van Jezus Zelf.

Tot slot: Open Deur tot meer zondes

Hierboven is aangetoond dat Jezus homoseksualiteit wél veroordeelt, op drie manieren:

1) De verwijzing van Jezus in het Nieuwe Testament naar het huwelijk en seksualiteit sluit homoseksualiteit volledig uit.
2) Jezus, als God de Zoon, spreekt Zich duidelijk uit tegen homoseksualiteit in het Oude Testament.

3) De apostelen als ambassadeurs van Jezus waarschuwen duidelijk tegen de zonde van homoseksualiteit.

De claim “Jezus heeft nooit homoseksualiteit veroordeeld” is dus weerlegd.

Naast dat de claim “Jezus heeft nooit iets gezegd over homoseksualiteit” niet klopt, is er echter ook een gevaar in de claim zelf. De logische implicatie van deze claim is: Alles wat Jezus nooit gezegd zou hebben, mag gedaan worden door de mens. Deze positie opent de deur tot tal van zondes. Dit leidt ertoe dat zondes als bijvoorbeeld pedofilie gerechtvaardigd kunnen worden. Staan de LHBTI kerken van vandaag de dag ook achter pedofilie? Zo niet, waarom homoseksualiteit dan wel?